De president van Amerika is niemand minder dan Donald Trump.
Als het gaat om de grondslag van het politieke bestel, kan Amerika ver terugkijken in de geschiedenis: de huidige grondwet van de Verenigde Staten van Amerika is al van kracht sinds 1789 en zij is daarmee de oudste nog functionerende geschreven grondwet ter wereld. De Grondwet (Constitution) werd op gesteld na de Onafhankelijkheidverklaring uit 1776. Zowel de Onafhankelijkheidsverklaring (Declaration of Independence) als de Grondwet zijn opgesteld door onder andere George Washington (de eerste president van de VS, er waren toen nog maar 13 staten) en Thomas Jefferson. De Grondwet is een betrekkelijk kort document, dat weinig details over de inrichting en het bestuur van de staat bevat. Het eerste artikel gaat over de wetgevende macht, het parlement, het tweede over de uitvoerende macht, de president. Het Parlement (Congress), en de president staan centraal in dit dossier. De Verenigde Staten hebben een presidentieel stelsel, wat onder meer betekent dat de president niet alleen staatshoofd is, maar ook direct leiding geeft aan de regering (Amerika heeft dus geen minister-president). Parlement en regering opereren naar West-Europese begrippen behoorlijk onafhankelijk van elkaar. Zo heeft de Amerikaanse regering niet het vertrouwen van het parlement nodig. De president stelt zijn regering naar eigen goeddunken samen: hij kan de ministers zelf benoemen en ontslaan. De president kan niet door het parlement naar huis worden gestuurd, hij wordt namelijk door de Amerikaanse bevolking gekozen en heeft dus een eigen mandaat van de kiezer. Daar staat tegenover dat de president het parlement niet kan ontbinden, dat kan het parlement overigens zelf ook niet. Voor de president is geen zitplaats gereserveerd in het parlement. Hij spreekt de geachte afgevaardigden slechts één maal per jaar toe in de zogeheten State of the Union. Dit is enigszins vergelijkbaar met de Troonrede die de koningin in Nederland uitspreekt op Prinsjesdag. In de State of the Union geeft de president aan wat zijn plannen zijn voor het komend jaar. Na zijn toespraak dient de president de zaal direct te verlaten. In Amerika kunnen ministers niet tegelijkertijd lid zijn van het parlement. Een ander kenmerk van een presidentieel stelsel is dat de president veel macht heeft, vooral als het gaat om het buitenlandse en veiligheidsbeleid van de VS. Op het gebied van binnenlands beleid wordt de macht van de president en zijn ministers beperkt door het feit dat Amerika een federatie is. De Verenigde Staten bestaan namelijk uit vijftig staten (plus het District of Columbia met de hoofdstad Washington), die allemaal een grote mate van financiële en bestuurlijke autonomie bezitten. Zaken die binnen de grenzen van de staten vallen, zijn zaak van deze staten zelf. Daarbij valt te denken aan eigendomsregels, arbeidsvoorwaarden, onderwijs, verkeer en vervoer, maar ook aan het strafrecht (sommige staten kennen nog steeds de doodstraf). Om de doelmatigheid van beleid te bevorderen, heeft de federale overheid in de loop van vele jaren wel meer aan kaderstelling gedaan: binnen bepaalde kaders kunnen de vijftig staten hun beleid bepalen en uitvoeren. Daardoor is meer samenwerking ontstaan tussen de federale overheid en de staten. De Amerikaanse grondwet en de federale wetten staan overigens boven de wetten van de afzonderlijke staten.
Maak jouw eigen website met JouwWeb